• 071-5351710 Bel ons
  • Kleine tekst Kleiner
  • Grote tekst Groter
PPO Regio Leiden
  • Home
  • Scholen
  • Oudersteunpunt
  • Kenniscentrum
  • Over ons
  • Nieuws
  • Contact
  • Snelle links:
  • Wat is het oudersteunpunt
  • Uw kind
  • Ouders
  • Een school kiezen
  • Op de basisschool
  • Route naar het S(B)O
  • Mijn kind zit thuis
  • Mijn kind gaat naar het middelbaar onderwijs
  • Samenwerkingsverband
  • Scholen in beeld
  • Het netwerk
  • Wie doet wat
  • Documenten

Op de basisschool

Ik maak me zorgen over mijn kind. Hoe bespreek ik mijn zorgen met school?

Als u zich zorgen maakt over uw kind, wacht dan niet te lang om met de leerkracht te praten. Maak hiervoor een aparte afspraak en plan het gesprek op een rustig moment. Vertel kort en bondig waarom u een gesprek wilt, zodat de leerkracht weet waarover het gaat en zich kan voorbereiden. De volgende vragen kunnen u helpen bij het voorbereiden van uw afspraak:

  • Wat zou u willen dat het gesprek u gaat opleveren?
  • Waar maak u zich zorgen over?
  • Met welke voorbeelden kunt u uw zorgen verduidelijken?

Het kan helpen als u ter voorbereiding op het gesprek kort en krachtig de antwoorden op deze vragen voor uzelf opschrijft.

De leerkracht maakt zich zorgen maakt over de ontwikkeling van mijn kind. Wat nu?

De leerkracht heeft u verteld dat hij of zij zich zorgen maakt over de ontwikkeling van uw kind op school. Soms kijkt een intern begeleider van de school mee naar de situatie. Het kan ook zijn dat iemand anders dat doet. Als iemand van buiten de school meekijkt, dan gebeurd dit in overleg met u.

Blijf in gesprek
Als de leerkracht denkt dat er iets mis is, is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Zo krijgt u zicht op elkaars ervaringen met uw kind. Leerkrachten en school hebben immers andere ervaringen met uw kind dan u. Een kind kan zich heel anders uiten in een grote groep, dan bijvoorbeeld bij zijn ouders thuis. Zo kunnen verschillende visies op de belangen van uw kind ontstaan.

Als u niet herkent wat de leerkracht over uw kind zegt, is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Er is een verschil in ervaringen en visie op uw kind. Maak een aparte afspraak zodat het gesprek op een rustig moment plaatsvindt. Vertel kort en bondig waarom u een gesprek wilt, zodat de docent weet waarover het gaat en zich kan voorbereiden.

Mogelijk helpen deze vragen bij het voorbereiden van het gesprek met de leerkracht.

  • Wat herkent u wel in het gedrag van uw kind op school?
  • En wat herkent u niet?
  • Wat heeft u nodig om meer zicht te krijgen op hoe het met uw kind op school gaat?
Mijn kind gaat met tegenzin naar school. Wat kan ik doen?

Ieder kind heeft weleens geen zin om naar school te gaan, en vaak verdwijnt dit weer. Als u merkt dat uw kind langere tijd met tegenzin naar school gaat, ga dan voor uzelf eens na wat u ziet bij uw kind. Waardoor denkt u dat uw kind met tegenzin naar school gaat?

  • Wat merkt u aan uw kind?
  • Kunt u voorbeelden bedenken?
  • Wanneer is het begonnen?
  • Zijn er uitzonderingen?
  • Wat denkt u dat er aan de hand is?

Bespreek vervolgens op een rustig moment wat u de laatste tijd ziet bij uw kind en onderzoek samen of er inderdaad iets aan de hand is.

  • Vertel dat u nieuwsgierig bent, omdat u de laatste tijd iets opvalt aan het gedrag van uw kind. Beschrijf wat u uw kind ziet doen en vraag of hij/zij het herkent.
  • Geef aan dat u de indruk krijgt dat het met tegenzin naar school gaat en vraag of dat klopt. Als dat klopt, maak dan samen een lijstje van de dingen waar uw kind blij van wordt op school en wat het lastig vindt. Als dat niet klopt, vraag dan of er mogelijk iets anders aan de hand is.
  • Onderzoek samen: zijn er momenten waarop uw kind minder of geen last heeft van de tegenzin heeft? En wat of wie kunnen uw kind steunen om de tegenzin kleiner te maken?

Bespreek ook met uw kind of het een goed idee is de leerkracht te informeren over wat het kind prettig en minder prettig vindt op school. Ook een leerkracht wil graag dat uw kind met plezier naar school komt.

Veelvoorkomende redenen voor tegenzin
Uw kind ‘haakt af’, omdat hij of zij het niet kan volgen. Bijvoorbeeld omdat de leerstof te moeilijk is: het gaat te snel of uw kind begrijpt de uitleg niet. Ook kan het zo zijn dat de leerstof te gemakkelijk is en uw kind zich verveelt.
Misschien is er iets aan de hand in het contact met andere leerlingen. Denk aan pestproblematiek, buitensluiting of ‘gedoe’ met vriendjes of vriendinnetjes. Of er is iets aan de hand in het contact met de leerkracht.

Het allerbelangrijkst is om samen met de leerkracht te kijken wat er zou kunnen spelen en wat nodig is om uw kind weer met plezier naar school te laten gaan.

Hoe verder?
Bedenk hoe u het prettig vindt om samen met de leerkracht op te blijven letten of de tegenzin minder wordt. Overleg ook hoe en wanneer u elkaar informeert over belangrijke inzichten in het vergroten van het plezier. En maak afspraken over wat u doet als u of de leerkracht merken dat de tegenzin niet verdwijnt, of terugkomt.

Als de tegenzin blijft of terugkomt, kunt u de intern begeleider (IB’er) betrekken bij het gesprek over mogelijke oorzaken en oplossingen. De IB’er kan samen met u (en uw kind) en de leerkracht in kaart brengen wat er al is geprobeerd en welke mogelijkheden er nog zijn.

Denk daarnaast na over hoe u een kring van mensen om u heen kunt verzamelen die u snappen en (onder)steunen. Mensen die begrijpen waarover u het hebt, met wie u uw ervaringen kunt delen, die eventueel met u willen en kunnen meedenken.

Iemand van buiten school
Soms is het fijn als er een deskundige meedenkt van buiten de school. Aan iedere school is iemand van het Jeugdteam verbonden. Hij of zij is er om ouders te ondersteunen bij alle vragen die te maken hebben met opvoeding, hoe groot of klein ook. U kunt met de school en de Jeugdteam medewerker in gesprek gaan om te onderzoeken op welke manier uw kind en u als ouder het beste geholpen kunnen worden. Natuurlijk kunt u ook altijd contact zoeken met een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband.

Mijn kind doet het ten opzichte van groepsgenoten minder goed, wat nu?

Kinderen leren in een eigen tempo op verschillende manieren. Als u merkt of denkt dat u kind het minder goed doet dan zijn of haar groepsgenoten en u maakt zich zorgen, blijf daar dan niet te lang mee rondlopen. Maak een afspraak met de leerkracht om op een rustig moment met elkaar te praten. Vertel ook waarom u het gesprek wilt, zodat de leerkracht zich kan voorbereiden. Als het nodig is, kun u zorgen dat iemand anders bij het gesprek aanwezig is.

Mogelijk is dit een eenmalig gesprek en gaat u gerustgesteld naar huis. Het kan ook zo zijn dat dit het begin is van een reeks gesprekken waarin u samen met school op weg gaat om passend onderwijs voor u kind te organiseren.

Veilig een gesprek voeren
Het is fijn als u zich veilig voelt tijdens de gesprekken met school en dat er duidelijkheid is over de weg die u samen willen volgen. Ook is het belangrijk dat tijdens de gesprekken goed wordt afgestemd tussen uw ervaringen met uw kind, en die van de leerkracht. Zodat uw kind zich door uw samenwerking zo goed mogelijk kan ontwikkelen tijdens zijn of haar schoolloopbaan.

De volgende vragen kunnen u helpen bij het voorbereiden van deze afspraak
Wat wilt u dat het gesprek gaat opleveren?

Wat maakt dat u de indruk hebt dat uw kind het minder goed doet?

Kunt u hier een paar voorbeelden van geven, om uw zorgen te verduidelijken?

Welke informatie hebt u nodig van de leerkracht om een beeld te krijgen van hoe het met uw kind op school gaat?

Denken in mogelijkheden

Als u praat over de zorgen rondom de ontwikkeling van uw kind, komt bijna automatisch de focus op de problemen te liggen. Oplossingen liggen soms niet bij het probleem, maar juist bij de mogelijkheden van uw kind. Probeer met de leerkracht daarom ook zicht te krijgen op de mogelijkheden van uw kind, uzelf en de school. De volgende vragen kunnen u helpen om in het gesprek hier aandacht voor te vragen.

  • Waar is uw kind goed in?
  • Wat heeft uw kind nodig om zich lekker te voelen?
  • Welke mogelijkheden ziet u voor u kind?

Tot slot

Bedenk hoe u het prettig vindt om samen met de leerkracht op te blijven letten of uw kind zich blijft ontwikkelen op het niveau dat bij hem past. En plezier heeft én houdt in school. Spreek ook samen af hoe en wanneer u aan de belt kunt trekken als u merkt dat het niet goed gaat. Daarnaast kan het helpen om te bedenken hoe u mensen om u heen verzamelt met wie u ervaringen kunt delen en die met u willen meedenken.

Welke vormen van ondersteuning zijn mogelijk?

Iedere basisschool heeft de opdracht alle kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven. Onderwijs dat bij hen past. Dat betekent dat er ruimte en aandacht is voor verschillen tussen kinderen. Het ene kind heeft extra uitleg nodig, het andere kind juist extra uitdaging. De een heeft een hoog werktempo, de ander juist niet.

Er zijn kinderen die moeite hebben met een bepaald vak, bijvoorbeeld omdat zij dyslexie hebben of rekenproblemen. Of die veel herhaling nodig hebben om de leerstof goed te kunnen begrijpen. Ook zijn er kinderen die het moeilijk vinden hun aandacht bij de les te houden. En al die verschillen komen samen in één groep.

School houdt zo goed mogelijk rekening met die verschillen. Leerkrachten weten vaak goed hoe ze daarmee om moeten gaan. Om hen daarbij te ondersteunen, heeft iedere school een intern begeleider die met de leerkrachten meedenkt over wat de beste aanpak is. Deze ondersteuning heet ‘basisondersteuning’, of als het iets verder gaat: ‘lichte ondersteuning’. De basisscholen in Nederland regelen deze vorm van ondersteuning zelf.

Hoe ziet de basisondersteuning of lichte ondersteuning eruit?

Extra hulp van de leerkracht
Als uw kind extra hulp krijgt in de klas, kan de leerkracht u als ouder uitleggen hoe hij uw kind helpt bij de lesstof. Soms helpen onderwijsassistenten hierbij. Zij geven kinderen op afgesproken tijden in kleine groepjes extra hulp. En soms helpt een andere leerkracht uw kind bij het leren.

Eigen leerlijn op school
Soms is het beter om een kind minder of andere leerstof te geven die beter aansluit. Vaak kan de intern begeleider van de school helpen met het opzetten van een ‘eigen leerlijn’. Dit betekent bijvoorbeeld dat u kind de leerstof in kleinere stapjes krijgt aangeboden en op een ander niveau dan de rest van de klas. Vaak wordt een onderwijsassistent ingezet om uw kind extra uitleg te geven. De leerkracht zal u steeds kunnen uitleggen hoe het gaat met de ontwikkeling van u kind. Vraag hier ook gerust zelf naar.
Mocht uw kind een eigen leerlijn krijgen, dan zal dit in en Ontwikkelingsperspectief Plan beschreven worden. Hierin staan de eigen doelen van uw kind beschreven en hoe de school denk deze doelen te kunnen halen.

Extra hulp in de school
Soms kiezen scholen ervoor om onderwijsassistenten of extra leerkrachten in dienst te nemen zodat er meer mensen in de school zijn om kinderen te ondersteunen. Ook kan het zijn dat scholen een specialist inschakelen. Bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, leesonderwijs, creatieve vakken, logopedie of hoogbegaafdheid.

Extra materialen
Scholen kunnen er ook voor kiezen om speciale materialen aan te schaffen. Denk aan materialen voor kinderen die op een andere manier of op een ander niveau leren dan de rest van de klas. De aanschaf van extra uitdagend lesmateriaal of spellen voor kinderen die anders te gemakkelijk door de leerstof heen zouden gaan. Bijvoorbeeld om een andere taal te leren, of alvast met wiskunde aan de slag te gaan. Ook kiezen scholen soms voor een lesmethode die beter aansluit bij kinderen die meer en andere uitleg nodig hebben om lesstof te kunnen begrijpen.

Hulp van u als ouder
Ook kun u met de leerkracht overleggen of het wenselijk is dat u thuis met uw kind (tijdelijk) extra oefent. Denk aan thuis samen lezen, of de tafels (keersommen) te oefenen. U kunt dit het beste met de leerkracht én met uw kind bespreken.

Wat doet het samenwerkingsverband precies in de basisondersteuning en lichte ondersteuning?

Het samenwerkingsverband stelt ieder jaar een vast bedrag per kind beschikbaar aan elke school. De school mag dit bedrag naar eigen inzicht besteden, als het maar in het belang is van extra ondersteuning. Hoe die ondersteuning in de school is geregeld, lees u meestal in de schoolgids, het schoolondersteuningsprofiel en/of op de website van de school.

Heb u hier vragen over? Dan kun u die ook bijvoorbeeld via de medezeggenschapsraad (MR) van de school stellen. Ook kun u eens kijken op de website www.scholenopdekaart.nl. Hier is informatie te vinden over alle scholen in Nederland.

Passend onderwijs op school: extra ondersteuning

Als het de school zelf niet meer lukt om u kind ondersteuning te bieden die hij/zij nodig heeft, krijg u te maken met de afspraken die zijn gemaakt over passend onderwijs aan alle kinderen. Uw kind krijgt dan extra ondersteuning op basis van die afspraken. Soms is het al duidelijk dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft voordat hij of zij naar de basisschool gaat. Soms blijkt het pas op de basisschool.

Samen met school ga u in gesprek over passende ondersteuning voor u kind. Dat doe u tijdens een Ondersteuningsteam (OT) overleg. De afspraken over de ontwikkeling van uw kind leg u vast in het Groeidocument een beveiligd digitaal document. Hieraan kan bijvoorbeeld het Ontwikkelingsperspectief Plan gehangen worden. In enkele gevallen kan een school een arrangement aanvragen voor uw kind. Daarmee kan de afgesproken extra ondersteuning worden geregeld. Dat arrangement wordt betaald door het samenwerkingsverband.

Passend onderwijs buiten de reguliere basisschool  

Soms blijkt na verloop van tijd dat uw kind zich niet voldoende ontwikkelt op de basisschool, ondanks alle inspanningen. Uiteraard houdt de school u als ouder hierover op de hoogte. Misschien is uw kind meer gebaat bij kleinere groepen, meer structuur, meer aandacht, of een plek om tot rust te komen. Dan kan het zijn dat het nodig is om te zoeken naar een school voor speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO). Ook dit bespreekt u tijdens ondersteuningsteam (OT) overleg. Als ouder heb u hier een belangrijke stem in. Bij zo’n OT is ook altijd een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband aanwezig . Deze persoon is er in eerste instantie vooral bij om mee te denken en te overleggen of het SO of SBO de plek is waar u kind passende hulp en ondersteuning kan krijgen. Ook kunnen afspraken worden gemaakt over de mogelijke plaatsing van uw kind op SO of SBO school.

Toelaatbaarheidsverklaring

Als alle betrokkenen het erover eens zijn dat een kind zich beter kan ontwikkelen binnen het speciaal (basis)onderwijs (SO of SBO), vraagt de huidige basisschool een toelaatbaarheidsverklaring aan (een TLV). Ook dat gebeurt via het beveiligde digitale Groeidocument. Om een aanvraag voor een toelaatbarheidsverklaring te doen zijn er de adviezen van 2 onafhankelijke deskundige nodig. De eerste deskundige is een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband; de tweede wordt als onafhankelijke deskundige extern ingehuurd. De aanvraag voor een TLV gaat uiteindelijk naar een commissie van deskundigen (de Toelaatbaarheidscommissie, TLC) die beslist over de vraag of een kind toelaatbaar is voor een speciale voorziening, zoals het SO of het SBO.

De commissie geeft de toelaatbaarheidsverklaring af. Dit is als het ware een toegangsbewijs voor een speciale voorziening. Uw kind kan daarna naar een school die beter aansluit op zijn/haar onderwijsbehoeften en kan zijn/haar ontwikkeling daar voortzetten. In het ondersteuningsteam overleg wordt afgesproken of dit tijdelijk nodig is, of langer.

De onderwijsbehoeften van uw kind blijven centraal staan. Ook als uw kind eenmaal op het SO of SBO zit, evalueren we regelmatig of dit nog steeds de meest passende plek is.

Meer weten?

De onderwijsspecialist die aan de school van u kind verbonden is, kan u meer vertellen over de verschillende manieren van ondersteuning.

Hoe voer ik het gesprek met school over extra ondersteuning?

Als ouder weet u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Hierover ga u in gesprek met school. Het kan fijn zijn om u voor te bereiden op dat gesprek. Hieronder vindt u enkele vragen die u daarbij kunnen helpen bij de voorbereiding. Ook vindt u verwijzingen naar meer informatie die u mogelijk verder op weg helpt.

Hoe begin ik een gesprek?

Als uw kind extra ondersteuning nodig heeft, wacht dan niet te lang om dit te bespreken met de leerkracht. Maak hiervoor een aparte afspraak zodat het gesprek voor u en de leerkracht op een rustig moment plaats vindt.

Vertel bij het maken van de afspraak kort en bondig waarom u een gesprek wilt, zodat de leerkracht weet waarover het gaat en zich kan voorbereiden. Overleg met de leerkracht wie nog meer bij dit gesprek aanwezig zijn en bedenk van tevoren of u zelf iemand wilt meebrengen naar het gesprek.

De volgende vragen kunnen u helpen bij het voorbereiden van u afspraak met de leerkracht

  • Wat zou u willen dat het gesprek u gaat opleveren?
  • Wat maakt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft?
  • Met welke voorbeelden kun u duidelijk maken dat extra ondersteuning wenselijk is?
De school zegt niet de juiste ondersteuning te kunnen bieden, wat nu?

Als de school aangeeft niet de juiste ondersteuning aan uw kind te kunnen bieden, probeer dan samen in gesprek te blijven en vraag door om zicht te krijgen op wat er aan de hand zou kunnen zijn. Wat maakt dat de school niet de juiste ondersteuning kan bieden? De vragen hieronder kunnen u hierbij helpen:

  • Heeft school een gebrek aan middelen?
  • Heeft school de juiste deskundigheid niet in huis?
  • Vindt de school dat deze ondersteuning niet bij haar taak hoort?
  • Of speelt er iets anders?
  • Wat heeft de school nodig om wél de juiste ondersteuning te kunnen bieden?

Hulp van buitenaf

Als u behoefte hebt aan een gesprek met iemand van buiten school, kun u contact zoeken met een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband. Vaak helpt het om uw verhaal te doen bij iemand die met een meer onafhankelijke blik kijkt. Iemand die naar u luistert en met u meekijkt naar de mogelijkheden vanuit de vraag: wat is er nodig om te zorgen dat uw kind passend onderwijs krijgt? Een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband is zo iemand.

Wie bepaalt welke extra ondersteuning mijn kind krijgt?

Na gesprekken met school is duidelijk geworden dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Maar welke ondersteuning past het beste? Om daar een antwoord op te vinden, zijn gesprekken nodig: OT’s. Tijdens deze ondersteuningsteam overleggen wordt de zorg rond uw kind gearrangeerd. Dit gebeurd samen met u, school en eventuele andere betrokkenen rondom uw kind. Als ouder ben u altijd uitgenodigd voor een OT en blijf u nauw betrokken bij het plan voor uw kind.

School heeft zorgplicht en regelt uiteindelijk de extra ondersteuning, met steun van het samenwerkingsverband. Samen praten jullie over de oplossing die het beste bij u kind past.

Hulp van buitenaf

Heb u behoefte aan één en ander nog even te bespreken met iemand buiten de school? Neem dan gerust contact op met een onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband die aan uw school verbonden is.

Wie moet ervoor zorgen dat mijn kind de juiste ondersteuning krijgt?

Als ouder wil u dat uw kind zich optimaal ontwikkelt. En dat uw kind daarbij ondersteuning krijgt die zo goed mogelijk past. Thuis ben u daar als ouder of verzorger verantwoordelijk voor. Op school ligt de verantwoordelijkheid voor die ontwikkeling bij school, en dat gebeurt in samenspraak met ouders of verzorgers.

Ontwikkelt uw kind zich ondanks ondersteuning die al is ingezet op school, niet voldoende? Probeer dan met de leerkracht in gesprek te blijven over andere mogelijke oplossingen en schakel als het nodig is – in overleg met de leerkracht – deskundigen in. Denk aan de intern begeleider, of de Jeugd- en Gezinscoach.

Het ondersteuningsteam (OT) en het groeidocument (GD)

Als duidelijk wordt dat extra ondersteuning voor uw kind nodig is, komt de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband in beeld. Met de onderwijsspecialist kunt u bespreken wat u denkt dat nodig is. U kunt als ouder altijd zelf contact leggen met de onderwijsspecialist die verbonden is aan de school van uw kind. Mocht u niet weten wie dat is, dan kunt u dit opvragen via het Oudersteunpunt. Tegelijkertijd organiseert school een ondersteuningsteam (OT) en worden de ontwikkelingen vastgelegd in een groeidocument (GD).

Hoe weet ik dat het nu wel goed gaat op school?

Uw kind krijgt extra ondersteuning. Dan wordt u als het goed is goed door school op de hoogte gehouden over hoe het gaat.

Ontwikkelingsperspectief plan (OPP), Groeidocument (GD) en Ondersteuningsteam (OT).

Als er een ondersteuningsteam is geweest, wordt er vooraf een groeidocument opgesteld, zodat alle betrokkenen de relevante informatie krijgen. Een OPP kan toegevoegd worden aan het groeidocument. Is er sprake van het aanvragen van een arrangement of van plaatsing op een S(B)O school, dan is dit standaard. Soms benoemd een school de extra ondersteuning in een Handelingsplan.

Daarnaast heb u een ondersteuningsteam overleg (OT) op school. Tijdens dat overleg bespreek u (eventueel samen met u kind) hoe het thuis en op school gaat. Samen wordt bekeken wat er gearrangeerd moet worden op school en eventueel in de thuissituatie. Ook kan het zijn dat u samen bespreekt dat de ondersteuning verlengd of aangepast zal worden, of dat de ondersteuning kan worden afgerond.

Probeer in gesprek te blijven

Als uw kind meer of andere ondersteuning nodig heeft dan de school kan geven, is het fijn als u als ouder met school (en als het kan, met uw kind) in gesprek blijft. Vaak hebt u als ouder op dit punt contact met de leerkracht en de intern begeleider van de school. Probeer te blijven overleggen en schroom niet om vragen te stellen.

Hoe blijf ik op de hoogte van het aanvragen van de ondersteuning?

Als duidelijk is dat uw kind ondersteuning nodig heeft die school niet (direct) kan bieden, kan de school voor uw kind een overbruggingsarrangement aanvragen via de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband, waarmee extra ondersteuning mogelijk wordt gemaakt. Samen voert u regelmatig een gesprek met elkaar: een ondersteuningsteam. Alles rondom het arrangeren wordt vastgelegd in het OPP en / of het Groeidocument. Als ouder krijg u altijd de gelegenheid om het groeidocument in te zien en opmerkingen te plaatsen, ook als u het anders ziet dan de school. Zo blijf u op de hoogte. Ook voert de leerkracht van uw kind gesprekken met uw als ouder.

Blijf in gesprek

Als uw kind meer of andere ondersteuning nodig heeft dan de school kan geven, is het fijn voor alle betrokken én van belang voor de ontwikkeling van uw kind dat u als ouder met school (en als het kan, met uw kind) in gesprek blijft. Vaak heb u als ouder op dit punt contact met de leerkracht en de intern begeleider van de school.

Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind ook in het volgende schooljaar passende ondersteuning krijgt?

Uw kind zit op de basisschool en krijgt extra ondersteuning. Volgend jaar zit uw kind in een andere klas. Dan is het fijn als de situatie en informatie goed wordt overgedragen van de ene naar de andere leerkracht. Die overdracht valt onder de verantwoordelijkheid van school. De intern begeleider speelt een rol bij de doorgaande lijn van de ondersteuning. Meestal nodigt de leerkracht u aan het eind van het lopende schooljaar uit voor een afsluitend gesprek. Als het even kan, is de volgende leerkracht van uw kind bij dit overleg aanwezig. Als de nieuwe leerkracht er niet bij kan zijn, vraag dan hoe de informatie wordt overgedragen aan de volgende collega.
Zelf kun u bij de start van het nieuwe schooljaar een afspraak maken met de nieuwe leerkracht van uw kind. Op veel scholen is het al zo dat aan het begin van het schooljaar een gesprek wordt gepland met u én met uw kind erbij. Misschien heeft uw kind al een Ontwikkelingsperspectief, dit wordt minstens 1 keer per jaar, samen met u, geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

Het is onduidelijk hoe de overdracht plaatsvindt. Wat nu?

Als het voor uw als ouder niet duidelijk wordt hoe de school de informatie rondom uw kind overdraagt aan de volgende leerkracht, vraag hier dan naar bij de leerkracht, de intern begeleider of de directeur. Blijft het onduidelijk, dan kunt u contact opnemen met de onderwijsspecialist. Een onderwijsonderwijsspecialist kan eventueel een gesprek tussen u en de school faciliteren. Als u wilt, is de onderwijsonderwijsspecialist bij dat gesprek aanwezig.

Ondersteuningsteam (OT)

Als uw kind extra ondersteuning krijgt, heb u waarschijnlijk al een ondersteuningsteam overleg (een OT) meegemaakt. Meestal staat rondom de overgang naar het volgende schooljaar, een afspraak gepland om de ondersteuning te evalueren en om afspraken te maken over het vervolg. Bij dat laatste OT is de volgende leerkracht als het kan ook aanwezig.

Voor wie geldt de Wet passend onderwijs

De Wet passend onderwijs geldt voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, kinderen die langdurig ziek zijn en kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen.

Voor kinderen met visuele of auditieve beperkingen, of ernstige spraak- en taalmoeilijkheden wordt de zorgplicht nog op landelijk niveau geregeld en dus niet met regionale samenwerkingsverbanden. Voor hen is de Wet passend onderwijs niet van toepassing.

Wanneer kan van de leerplicht afgeweken worden?

Verlof

In sommige gevallen mogen kinderen afwezig zijn van school. Dit heet ook wel geoorloofd verzuim. Denk aan ziekte, schorsing, of verhindering door godsdienstige verplichtingen. Het kan ook voorkomen dat de school gesloten is. Voor sommige van deze gevallen moet het schoolbestuur verlof verlenen: toestemming om afwezig te zijn.

Als uw kind ziek is, dan moet het schoolhoofd dit op tijd horen (binnen twee dagen). Bij een verhindering door godsdienstige of levensbeschouwelijke verplichting moet u het schoolhoofd minimaal twee dagen van tevoren informeren. Bij afwezigheid door een huwelijk of uitvaart moet het schoolhoofd u van tevoren schriftelijk toestemming geven. Meer informatie over hoe u verlof aanvraagt, vind u in de schoolgids of vraag u op bij de school van uw kind.

Het schoolbestuur beslist over verlof korter dan tien dagen. De leerplichtambtenaar beslist over verlof dat langer duurt dan tien dagen, bijvoorbeeld als het beroep van de ouders het onmogelijk maakt om in de zomervakantie op vakantie te gaan.

Vrijstellingen leerplicht

Kinderen kunnen in zeer uitzonderlijke situaties worden vrijgesteld van de leerplicht. Bijvoorbeeld als een kind op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school te worden toegelaten. Of op grond van ‘overwegende bedenkingen tegen de richting van het onderwijs binnen redelijke afstand van de woning’. Of als u in het buitenland woont.

Kind is op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt om tot een school te worden toegelaten

Ouders kunnen deze vrijstelling aanvragen bij de leerplichtambtenaar in de eigen gemeente. Dan heb u een verklaring (kennisgeving) nodig van een pedagoog of psycholoog die de burgemeester en wethouders hebben aangewezen (dus geen behandelend arts). Uit die verklaring moet blijken dat het kind of de jongere niet geschikt is om tot een school te worden toegelaten.

De leerplichtambtenaar behandelt de kennisgeving. Als de kennisgeving aan de eisen van de wet voldoet, krijgt het kind vrijstelling. Als uw kind geen vrijstelling krijgt, moet uw kind opnieuw inschrijven en moet uw kind aanwezig zijn op school. Mochten ouders zich hier niet aan houden, dan kan dat leiden tot rechtsvervolging.

Vrijstelling op grond van ‘overwegende bedenkingen tegen de richting van het onderwijs binnen redelijke afstand van de woning’

Ouders kunnen ook een beroep doen op vrijstelling op grond van ‘overwegende bedenkingen tegen de richting van het onderwijs binnen redelijke afstand van de woning’. Als ouders dus grote godsdienstige of levensbeschouwelijke bezwaren hebben op hoe het onderwijs in de buurt wordt gegeven, dan kunnen ze een beroep doen op vrijstelling van het onderwijs. Hiervoor moeten ze de aanvraag van de vrijstelling ten minste een maand voordat de jongere leerplichtig wordt, indienen. Daarna moet de kennisgeving elk jaar voor 1 juli worden ingediend. Het mogen geen bezwaren zijn tegen de soort van het onderwijs, de leerplicht als zodanig of tegen de wettelijke inrichting van het onderwijs.

Kinderen in het buitenland

Als kinderen in het buitenland naar school gaan, zijn ze ook van de Nederlandse leerplicht vrijgesteld. Verder zijn kinderen van ouders die een trekkend bestaan leiden onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde maanden ook vrijgesteld van school.

Zie voor meer informatie over vrijstellingen van de leerplicht de website van de Rijksoverheid.

De school van mijn kind en wij hebben een conflict waar we niet uit komen. Bij wie kunnen we terecht als we een klacht willen indienen?

Als gesprekken met de leerkracht, de schooldirectie en het bestuur geen oplossing hebben geboden voor het conflict kunt u eventueel een klacht indienen bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) – Onderwijsgeschillen Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC)

  • Elisabethhof 17
    2353 EW Leiderdorp
  • info@pporegioleiden.nl
  • 071-5351710

Bereikbaarheidstijden
Maandag & dinsdag: 08.30 - 17.00 uur
Donderdag: 08.30 - 12.00 uur

Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.

PPO Regio Leiden
  • Voor scholen
    • Passend onderwijs
    • Kenniscentrum
    • Toelaatbaarheidsverklaring
    • Flitsbijeenkomsten
    • Handige links
  • Oudersteunpunt
    • Wat is het oudersteunpunt
    • Passend onderwijs
    • Scholen in beeld
    • Kenniscentrum
    • Wie doet wat
    • Groeidocument
    • Handige links
  • Over ons
    • Missie en visie
    • Wie is wie
    • Partners
    • Ondersteuningsplanraad
    • Documenten
    • Vacatures
  • Inspiratie
    • Inspiratie
    • Nieuws
© 2023 PPO Regio Leiden
  • Privacybeleid
  • Disclaimer