Dit is de Wet passend onderwijs

Sinds 1 augustus 2014 bestaat de Wet passend onderwijs. Het doel van de Wet passend onderwijs is dat alle kinderen (4 – 13 jaar) een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben.

De Wet passend onderwijs

Hieronder op hoofdlijnen wat de Wet passend onderwijs voorschrijft:

  • De scholen in een bepaalde regio bieden basisondersteuning: ondersteuning die ongeacht specifieke behoeften van leerlingen op de school wordt geboden. De scholen bepalen samen wat er onder de basisondersteuning valt. Bijvoorbeeld: hulp voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie, programma’s gericht op (het voorkomen van) gedragsproblemen etc.. Naast de basisondersteuning bieden sommige scholen extra begeleiding aan leerlingen.
  • De schoolbesturen in Nederland hebben een zogenaamde zorgplicht. Dit betekent dat een school de taak heeft om ieder kind een passende onderwijsplek te bieden. De school is ook verantwoordelijk voor het vinden van een goede eventueel andere schoolplek wanneer dit noodzakelijk is voor de optimale ontwikkeling van een kind.
  • Alle scholen voorzien in een schoolondersteuningsprofiel waarin staat welke ondersteuningsmogelijkheden een school te bieden heeft en hoe die ondersteuning is georganiseerd. Met de ingevulde online vragenlijst van Perspectief op School (POS) ontstaat inzicht voor de Inspectie en voor de ouders die een ouderrapport kunnen genereren.
  • De scholen ontvangen van het samenwerkingsverband een bijdrage voor het realiseren van passend onderwijs voor kinderen op hun school.
ppo_leiden_kinderen_springtouw

Samenwerken per regio in een samenwerkingsverband

Scholen hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid om kinderen van 4 tot 13 jaar passend onderwijs te bieden. Om dit goed te organiseren werken schoolbesturen in een regio samen en maken ze gezamenlijke afspraken. Die regionale samenwerking krijgt vorm in een samenwerkingsverband. In de regio Leiden is PPO regio Leiden het samenwerkingsverband van én voor de schoolbesturen.

Alle regionale samenwerkingsverbanden in Nederland hebben de wettelijke taak om schoolbesturen te faciliteren in, en te ondersteunen bij, het mogelijk maken van passend onderwijs. Hoe zij deze taak precies vormgeven en uitvoeren is per regio verschillend.

In het regionale samenwerkingsverband maken schoolbesturen concrete afspraken met elkaar over:

  • Het inzichtelijk maken en met elkaar delen van de mate van aanwezige (basis)ondersteuning op de scholen. Door de vragenlijst in Perspectief op School (POS) is er onder andere inzicht in hoe scholen voorzien in basisondersteuning en extra ondersteuning aan hun kinderen. Het doel is om met elkaar nieuwe inzichten te verkrijgen en zo de inrichting van ondersteuning te versterken.
  • de organisatie van het onderwijs op regionaal en op lokaal niveau (wijken of buurten). In de regio Leiden zijn we in negen ‘kringen’ georganiseerd. We werken met kringen per wijk of buurt. Iedere kring is een netwerk van vertegenwoordigers van scholen op directieniveau (directiekringen) en operationeel niveau (IB-kringen). Aan alle kringen is een onderwijsspecialist van PPO regio Leiden verbonden. Tot slot: de voorzitters van de negen directiekringen (‘kringvoorzitters’) vormen samen het kernteam. Zij praten met elkaar over de ontwikkelingen op de scholen binnen de kringen en PPO regio Leiden. Zo verbinden we zowel op bestuurlijk niveau-, op directieniveau- en op operationeel niveau alle kennis en ervaring om zo met elkaar passend onderwijs uit te voeren;
  • het proces en de benodigde toelaatbaarheidsverklaring voor een kind. De schoolbesturen spreken met elkaar af hoe zij de toegang tot het speciaal (basis)onderwijs met elkaar regelen. De uitvoering hiervan ligt vast in heldere processtappen, vastgelegde procedures en beschreven taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de scholen en de werkorganisatie PPO regio Leiden.